Nee, je begrijpt er helaas helemaal niets van. Ik doe nog één poging.
- De verdachten wordt overtreding van artikel 248b WvSr ten laste gelegd, d.i. het plegen van ontucht met een 16- of 17-jarige prostituee.
- De leeftijd van het slachtoffer is geobjectiveerd, wat wil zeggen dat (1) niet bewezen hoeft te worden dat de verdachte wist of redelijkerwijs kon weten dat het slachtoffer minderjarig was, en (2) dat de verdachte zich niet kan verweren door te stellen dat hij niet wist dat het slachtoffer minderjarig was.
- Op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad komt een verdachte echter wel een beroep toe op de buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond 'afwezigheid van alle schuld'. Daarvoor bestaat een hoge drempel, maar hoe hoog die drempel is, is in de rechtspraak nog niet uitgekristalliseerd. In ieder geval is niet voldoende dat het slachtoffer er ouder uitzag, een oudere leeftijd opgaf, zich ouder voordeed, zelf het initiatief nam, enz. Inzage krijgen in een legitimatiebewijs waaruit blijkt dat het slachtoffer 18+ is, is mogelijk wél voldoende. Vgl. http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2019:7232
De officier van justitie zegt dus: wil je eventueel een succesvol beroep doen op 'afwezigheid van alle schuld' en veroordeling wegens overtreding van artikel 248b Sr ontlopen, dan moet je ten minste naar een legitimatiebewijs vragen. Ze zegt
niet dat er wettelijke verplichting bestaat om een prostituee naar een legitimatiebewijs te vragen.