In het jaar onzes heren 1989 verbleef ik enige weken - samen met collega's- in een pension in Scheveningen. Wij deden mee aan een cursus in het hoofdkantoor in Rijswijk. Na het avond eten en na het maken van het huiswerk, zaten we met de hele groep bij elkaar met een borrel en gaandeweg kwamen de sterke verhalen los.
Terugkerend onderwerp de grote van onze grote vriend. Op zekere avond - na voldoende vloeibare moed te hebben verzameld - daagde ik de grootste pocher uit.
Een ander wierp zich op als onafhankelijk scheidsrechter. Hij zou de lengte van ons vriendje met munten meten.
Mijn collega slingerde zijn vriend op tafel. De scheids keek en legde er een rijksdaalder tegen. De piel stak iets uit.
Toen ik...De scheids keek enige tijd peinzend naar mijn jonge heer. "Ik zal je matsen", zei hij niet zonder leedvermaak. Mijn pik was hooguit een stuiver lang.