Een Poolse politieke krant is blijkbaar net even in de Belgische prostitutie gedoken. Interessant om lezen, vond ik.
Link:
https://www.euractiv.pl/section/pra...-sex-worker-bruksela-kodeks-karny-leo-grande/
Vertaling (deel 1/2, wegens tekenlimiet van Girlsreview):
België: Prostitutie als normaal werk. Autoriteiten helpen sekswerkers uit de grijze zone
In België is prostitutie niet strafbaar. Vanaf juni 2022 staan vrijwillig verleende diensten niet in het wetboek van strafrecht en worden dergelijke activiteiten geregeld door het huidige arbeidswetboek. Dit is de eerste dergelijke oplossing in Europa en de derde in de wereld - na Nieuw-Zeeland en twee staten in Australië.
Alle teksten van Maciej Bochajczuk op EURACTIV.nl
Decriminalisering betekent dat sekswerkers als zodanig vrij zijn om een boekhouding te voeren of een lening aan te vragen. Vroeger riskeerden zowel de accountant als de bank die de lening verstrekt of bijvoorbeeld de beheerder van een website die reclame maakt voor diensten een strafzaak.
Het schrappen van de paragrafen over degenen die prostitutie mogelijk maken is een erkenning van volledige beroepsrechten en een betere bescherming van de sekswerkers zelf. België is dus een andere weg ingeslagen dan Nederland of Duitsland, waar prostitutie is gelegaliseerd en dus een aparte wetgeving voor de sector is gecreëerd. En diametraal verschillend van Zweden of Frankrijk, waar het gebruik van sekswerk tegenwoordig strafbaar is (bepaling is dat niet).
Decriminalisering lijkt eenvoudiger in die zin dat bepalingen voor kinderprostitutie, dwang en mensenhandel in het wetboek van strafrecht blijven, terwijl vrijwillige dienstverlening onder het reeds bestaande gewone arbeidsrecht valt.
Sekswerk in België
Seks voor geld heeft een geschiedenis in wat nu België is, zeker niet korter dan elders. In de Middeleeuwen werd het officieel vurig veroordeeld, in de praktijk getolereerd als een noodzakelijk kwaad. Ooit werd het zelfs een Vlaams exportartikel, en de "frows de Flaundres" ("vrouwen van Vlaanderen") waren zowel in Londen als in Avignon populair.
Over het algemeen concentreerde het handelsverkeer zich echter rond de havens, naast het centrum van Brussel en - wie had dat gedacht - rond de kloosters. Aan het einde van de 18e eeuw kwam vanuit Frankrijk een systeem van vergunningen en medische keuringen, dat werd uitgebreid in het inmiddels onafhankelijke België, dat een register van prostituees invoerde, wekelijks medische keuringen liet verrichten en zich zoveel mogelijk bemoeide met de seksbranche.
De belangrijkste zorg van de staat was immers het beschermen van de gezondheid en het moreel van zijn belangrijkste bron in die tijd, het leger. In 1948 werd de prostitutie niet langer door de staat gereglementeerd en werd ze opgenomen in het Belgische Strafwetboek, dat, in overeenstemming met de wereldwijd gangbare "abolitionistische" benadering, de contractanten wilde "redden" en de opdrachtgevers en al degenen die de praktijk mogelijk maakten, wilde straffen. Deze stand van zaken duurde tot dit voorjaar.
Evolutie van de industrie
Ondertussen is de industrie geëvolueerd. Karakteristieke rosse buurten van beperkte omvang zijn alleen in grote steden blijven bestaan. De grootste daarvan - in Antwerpen, dat sinds twintig jaar een gedoogbeleid voert ten aanzien van enkele havenstraten met een eeuwenoude reputatie.
De prijs voor deze instemming was de handhaving door het stadhuis van bepaalde sanitaire voorwaarden en een nauwgezette screening van de eigenaars. Alleen mensen met een EU-paspoort mogen er werken. Naast de alarmknop in elke flat is een vingerafdruklezer geïnstalleerd, die elke twee uur door een officieel geregistreerde dienstverlener moet worden aangeraakt.
Als de vinger niet wordt herkend, gaan het licht en de verwarming in de kamer uit. In het Antwerpse Schipperskwartier is de politie volledig op de hoogte van wie er op elk moment aan het werk is en waar ze zich bevinden. Er zij op gewezen dat dit voor de stad tot dusver vooral een investering is. In 2017 inde het 1,1 miljoen aan belastingen bij clubs en "showcases", en gaf het 1,7 miljoen uit aan politiepatrouilles en inspecties van andere diensten.
Brussel werpt een blik op Antwerpen
De Antwerpse aanpak vindt moeilijk navolging in de omgeving van het Brusselse Noordstation, dat op de kruising van de gemeenten Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node ligt. Hier herstellen de straten met kamers voor uren langzaam van de verloedering die in de jaren tachtig begon.
Vastgoedeigenaren stopten met investeren in hen toen er een toestroom was van vrouwelijke huurders en pooiers, eerst uit Afrika, daarna uit de Balkan en Oost-Europa. De band met de plaatselijke gemeenschap raakte volledig los, en de voormalige bars veranderden in smerige en gevaarlijke kloosters.
Tegenwoordig is de standaard van de meer dan 100 mensen die er werken hoger, vooral omdat ze een "vitriool" tarief van 250 euro per dienst van twaalf uur betalen. Dit is het hoogste nationale huurtarief en betekent, omgerekend, dat vijf-zeven klanten het basistarief betalen.
Schaarbeek heeft een vergunningenstelsel ontwikkeld en er is ook een ambtenaar met de officiële titel "Verantwoordelijke voor het Prostitutieproject" in dienst. De lokale politie heeft een beter zicht op de situatie dan vroeger, maar kan nog steeds niet uit de voeten met een databank zoals die in Antwerpen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is niet geïnteresseerd in een gecoördineerde actie en gaat ervan uit dat de individuele gemeenten de situatie het best zelf kunnen aanpakken.
Moeilijke tijden voor de traditionele seksbranche
En hoe gaan anderen ermee om? Gent voerde in 2015 een "verklaring van overeenstemming" in, d.w.z. het hebben van verzekeringen, een bewijs van geen strafblad en zelfs het betalen van een audiovisuele vergoeding.
Oostende renoveert een historisch havengebouw om er een "eroscenter" van vijf verdiepingen in onder te brengen ter vervanging van de verspreide winkelpuien in de straat. Het gebouw zal ook een gastropub, een microbrouwerij en een politiebureau huisvesten.
In veel steden is men sinds de jaren 2000 begonnen met het uitroeien van raamprostitutie door het verhogen van de huren, het onthouden van vergunningen, meestal in opdracht van nieuwe projectontwikkelaars.
Charleroi en Luik hebben dit soort sekshandel uiteindelijk uitgeroeid. Zo ook Rotterdam, terwijl de Amsterdamse rosse buurt werd ingekrompen. Londens Soho verving bordelen voor de Olympische Spelen van 2012 door chique restaurants, en Tokio deed hetzelfde voor de laatste Spelen.
Naarmate het verkeer zich online verplaatst, daalt het aandeel van het stationaire aanbod elk jaar - ook langs de interlokale snelwegen schijnen de kleurrijke neonreclames van "Pussy Cat", "Pin-Up Girls" of "Blue Lagoon" steeds minder.
Volgens de laatst beschikbare gegevens uit 2015 bedroegen de inkomsten van de seksindustrie 870 miljoen euro, waarvan meer dan de helft afkomstig was van escorts en huisvrouwen en 17 procent van raamprostitutie. Destijds werd ook het aantal vrouwelijke sekswerkers in België op 26.000 geschat, en hoewel dit waarschijnlijk een onderschatting is, overtreft het toch de statistieken van degenen die bijvoorbeeld in kapsalons werken.
De voordelen van decriminalisering
De wet moest dus veranderen voor wie en het collectief UTSOPI, de enige organisatie van Belgische sekswerkers, pleitte daar al jaren voor. Decriminalisering als humane aanpak is ook bepleit door Amnesty International en Human Rights Watch, die stellen dat verboden prostitutie ondergronds duwen, gelijkheid belemmeren, de waardigheid en de toegang tot basisrechten zoals justitie en gezondheidszorg wegnemen.
De argumenten daarvoor komen uit het in 2019 verschenen boek van journalist Hans Vandecandelaere 'En vraag niet waarom', waarvan ik ruimhartig gebruik heb gemaakt bij het schrijven van het artikel.
Uit de tientallen interviews die Vandecandelaere heeft afgenomen, komt een beeld naar voren van Belgische (maar overwegend niet in België geboren) prostituees (minder vaak mannen en transgenders) die naar eigen keuze werken, hun lichaam zelf bepalen en in die zin feministische eisen realiseren.
Hun belangrijkste motivatie is geld, want sekswerk is in dit opzicht een toegankelijk en verleidelijk alternatief, waarvoor geen opleiding nodig is en dat flexibele werktijden biedt. De keuze wordt dus vaak gemaakt in het besef van de risico's en de sociale status van het beroep, met het vooruitzicht op financiële verbetering.
Anderzijds erkent Vandecandelaere dat prostitutie een uitweg is uit de structurele armoede en de ongelijkheid in het land van herkomst. Onder buitenlandse prostituees is het bewustzijn of de belangstelling voor sociale rechten niet wijdverbreid.
Zwarte arbeid heerst, althans een paar jaar geleden toen het boek werd geschreven. Het is vooral onder deze omstandigheden dat de straatprostitutie opereert, uit de hand gelopen, het meest chaotisch en gevaarlijk (een voorbeeld is het Alhambra landgoed in Brussel, dat nu geleidelijk door de stad wordt opgekocht).