Leven en 'Leidenschaft' in de aardse wereld van 'Seksengelen'.
FRANK HEINEN
Halverwege de tweede aflevering van de vierdelige serie Seksengelen (Powned) richt een man de camera op zichzelf. De man heet Pasha, hij is de vriend van Linda, een van de escortvrouwen die in hun werkende bestaan worden gevolgd door maker Sahar Meradji. Aan de andere kant van een tamelijk rommelig kamertje heeft Pasha's vriendin seks met een kale Duitser.
'Jij kijkt naar de NPO, motherfucker!'
De seksindustrie oefent een enorme aantrekkingskracht uit op televisiemakers. Reportages over die kant van de wereld eindigen vaak in een verwarrende kluwen van voyeurisme, human interest en sociaal bewustzijn. De voice-over van Seksengelen legt aan het begin van elke aflevering de nadruk op de laatste twee: 'Onze samenleving behandelt ze als uitschot. Vulgaire vrouwen die geen waarde hebben. Slachtoffers van uitbuiting. Maar wat weten we eigenlijk over deze vrouwen?'
Vier 'seksengelen' (zonderlinge woordkeuze) verdienen hun brood in de online-escorterij. Het zijn uiteenlopende types, ieder met haar eigen verhaal en eigenaardigheden. Limburgse Linda ging in de tweede aflevering een weekend weg met een klant, en nam haar hond en partner mee. Na de daad zei Pasha trots: 'Ik zou jou ook boeken, als ik klant was.' Daarnaast was er Lolita, die in hoog tempo mannen 'afwerkte', soms tijd te kort kwam om het bed te verschonen en af en toe overprikkeld raakte van nabijheid van haar klanten. En je had Moira, die haar huis uit moest en voortaan diende te opereren vanuit een klein kamertje, waar ze ook enigszins tot rust probeerde te komen.
Uit de ogenschijnlijk bewust slordig gefilmde portretten moest een zekere alledaagsheid oprijzen, maar daarvoor legden de makers te veel interesse voor de expliciete kant van het bestaan aan de dag. Wanneer je een geïnterviewde heel specifiek laat uitleggen hoe poepseks verloopt, glibber je via oprechte interesse en journalistieke nieuwsgierigheid richting het open veld van effectbejag en sensatiezucht.
De redenen om zo'n onzeker en niet ongevaarlijk beroep uit te oefenen, verschillen. Linda sprak vol trots over haar Leidenschaft, passie dus, maar leek zich tegelijk bewust van haar permanente behoefte aan andermans goedkeuring. Bovendien had ze nogal moeite haar gedachten te kaderen: die sprongen soms van een mier naar een koekoeksklok, zonder dat ze wist hoe. Daarom, verklaarde Linda, op een toon die een logica suggereerde die ik er onmogelijk in kon ontwaren, was ze een liefhebber van het fenomeen gangbang. 'Dan kan ik mijn aandacht verdelen.'
Lolita en Emma verhaalden omzichtig over gebutste verledens vol pesterijen. Moira moest regelmatig naar zee 'om een beetje sane te blijven'. En zo kropen door de kieren van hun wellustige werkpersonage twijfel en verdriet naar buiten die, leek het, een vast onderdeel van de alledaagsheid vormden.